Rapport van Robert Boerman
Tijdens een controle bezoek aan het veld van Didam waar we al eerder een melding van afgesneden maisplantjes kregen, zagen wij (Bert Janssen, Janet Ossebaard, Jan Willem Bobbink en ondergetekende) twee andere sporen van afgesneden maisplantjes met een lengte van 50 en 25 meter. In eerste instantie dachten we dat het een vers spoor betrof, maar nader onderzoek wees uit dat de plantjes al enige dagen eerder afgesneden waren. Mogelijk waren deze sporen tergelijkertijd gevormd met het andere spoor, maar dat is niet zeker. Ook dit keer waren er geen voetafdrukken of sporen te vinden.
De boer verklaarde wel dat hij het veld wel onlangs nog had bespoten. De door ons gevonden afgesneden plantjes waren echter niet het gevolg van het spuiten. Buiten dat het leek alsof in deze sporen hetzelfde was gebeurt als in het eerdere spoor, bleek dat er hier een aantal andere zaken aan de hand waren (zie vervolg).
Op de onderste foto is te zien waar het spoor loopt. Dit spoor is op de foto niet echt goed te zien, omdat de mais sinds ons vorige bezoek goed gegroeid is.
Op onderstaande tekening is te zien waar zich de nieuwe sporen zich bevinden ten opzicht van het al eerder gemelde spoor (grijze lijn).
